Wat een lol!

Roos en Mik zitten in de kring. Juf Els vertelt iets, maar ze letten niet op. ‘Ken jij deze al?’ fluistert Mik tegen Roos. ‘Er liggen twee bananen in bed. Zegt de een tegen de ander: ga eens recht liggen.’ Roos schiet in de lach. ‘Die is goed zeg. Ken jij deze al? Welke bril kun niet opzetten?’ Mik denkt diep na en zegt dan: ‘Geen idee.’ Roos antwoordt triomfantelijk: ‘Een wc-bril!’ Mik moet er zo hard om lachen dat hij van zijn stoel rolt. Daar moet Roos weer hard om lachen. ‘Roos, dat is toch niet grappig?’ zegt juf Els. Maar Roos kan niet stoppen met lachen. En ook Mik giert het uit. ‘Hahaha, die mop van Roos. Hahaha, die was heel leuk!’ ‘Nou zeg, stelletje lolbroeken. Let maar even op,’ zegt juf Els streng. D at proberen Mik en Roos wel. Maar als ze elkaar aankijken, moeten ze weer om de mop lachen. ‘Mogen wij ook meelachen?’ zegt juf Els een beetje zuur. Roos knikt blij. ‘Let op,’ zegt ze. ‘Daar komt mijn mop. Welke bril kun je niet opzetten?’ ‘Kikkerbril,’ roept Suus blij. Daar moet de juf om lachen. ‘Dat heet kikkerdril, Suus,’ zegt ze. ‘Maar het was wel heel goed bedacht!’ ‘Nog een keer raden,’ zegt Roos. ‘Welke bril kun je niet opzetten?’ Alleen Mik weet het, maar die zegt natuurlijk niks. ‘Een wc-bril,’ roept Roos uit. Juf Els schiet in de lach. ‘Dat is een leuke mop. Wie kent er nog zo’n leuke mop?’ Fatima steekt haar vinger op. ‘Het is groen en gaat heel hard de berg af. Wat is dat?’ Mik kent die mop al. Hij roept heel hard: ‘Een skiwi!’ De klas moet er hard om lachen. En ook de juf ziet er de lol wel van in. ‘Laten we een rondje moppen tappen doen. Jij mag eerst, Mik.’ Mik denkt diep na. Dan zegt hij: “Wie gaat er als eerste naar bed? De wolf of de haas?’ Niemand weet het antwoord. ‘Geef de oplossing maar, Mik,’ zegt juf Els. ‘De haas, want die hoeft maar twee tanden te poetsen!’ De hele klas ligt in een deuk. ‘Nu ik,’ zegt Sem. ‘Ork, ork, ork, soep eet je met een ….’ ‘Vork,’ roept Fatima. ‘Nee ,’ lacht Sem. ‘Soep eet je met een lepel!’ ‘O ja, daar trapte ik mooi in,’ zegt Fatima. ‘Nu ben ik. Ik ken een heel goede mop. Luister maar. Er zitten twee koeien in bad. Zegt de een tegen de ander: mag ik de zeep? Ik krijg mijn vlekken niet weg.’ ‘Boe, dat is een flauwe mop,’ zegt Roos. ‘Weet jij een betere dan?’ zegt Fatima een beetje beledigd. ‘Ja,’ zegt Roos. Luister maar …. Loopt een kip tegen de muur. TOK!’ Alle kinderen gieren het uit. ‘Die mop was top,’ zegt Fatima. ‘Ken je nog zo’n goede mop?’ ‘Even denken,’ zegt Roos. ‘Twee vissen komen elkaar tegen in de zee. Zegt de een: haai! Zegt de ander geschrokken: Waar?’ Mik slaat zich op de knieën van de pret. Hij kan geen genoeg van de moppen krijgen. Maar juf Els wel. Ze zegt: ‘Nog één mop, dan gaan we weer aan het werk. Wie kent er nog een goede grap?’ Wel tien kinderen steken hun vinger op. De juf kijkt goed rond en zegt dan: ‘Prem, vertel jij maar de laatste mop.’ ‘Mijn mop lijkt op een raadsel,’ zegt Prem. ‘Dus let goed op. Waarom leggen kippen eieren?’ ‘Die is moeilijk,’ zegt juf Els. ‘Wie weet het antwoord?’ Het is stil geworden in de klas. Iedereen denkt goed na. ‘Omdat ze van omeletjes houden?’ probeert Fatima. ‘Fout,’ zegt Prem. ‘Omdat ze een kuiken willen,’ probeert Suus. Prem schudt van nee. Juf Els kijkt de kring rond. ‘Weet niemand waarom kippen eieren leggen?’ vraagt ze. ‘Vertel het maar, Prem.’ Prem begint al te lachten voordat hij het antwoord geeft. ‘Als ze ze gooien, zijn ze kapot!’ Mik vindt het een topmop! Hij rolt weer van zijn stoel van het lachen. Juf Els moet er ook om lachen. Ze zegt: ‘Het rolt om van het lachen. Rara, wat is dat?’ Iedereen kijkt de juf verbaasd aan. Die mop kennen ze nog niet. ‘Mik,’ lacht de juf. En dat vinden de kinderen de leukste mop van allemaal!